Toen ik dacht gewend te zijn aan de diagnose gebeurden er ineens allerlei bijzondere dingen in mijn leven. Nu, pas achteraf, kan ik zien dat er tussen al die bijzondere dingen aan overeenkomst zat. Pas achteraf… toen ik er middenin zat had ik geen idee.
Voorjaar 2010
Ik ben blij met het werk dat ik doe. Het geeft me voldoening en ik ben gepassioneerd. Ik ben succesvol in datgene dat ik doe. Toch gingen er in het voorjaar van 2010 grote twijfels ontstaan. Ik merkte dat ik een terugtrekkende beweging maakte. Ik paste de methodiek waar ik goed in ben niet meer toe op mijn eigen leven. Ik deed niet meer wat ik wist. Mailtjes bleven liggen, ik hield mijn agenda minder goed bij, ik kwam te laat of niet op afspraken, ik kwam niet terug op toezeggingen en op een gegeven moment begon ik te geloven dat ik maar beter met dit werk kon stoppen.
Mijn denken wist dat dat onzin was. Ik was succesvol in mijn werk, de cursisten waren enthousiast over wat ik deed en toch… er was iets wat er voor zorgde dat ik liever weg wilde gaan. Vluchten. Ik moest mijzelf dwingen om te blijven.
Ook nam ik geen contact meer op met mijn familie. De uitnodigingen die ik kreeg wimpelde ik af.
Mijn relatie kwam ineens op een keerpunt te staan. Ik stelde me de vraag of ik nog wel verder wilde met dit huwelijk. Ik was meer weg dan thuis. Ik fantaseerde over het wonen in een caravan, ver weg van de bewoonde wereld. Er was altijd wel een reden om even hier of daar naar toe te gaan. Liefst ging ik alleen. Ik voelde me een onrustig, opgejaagd dier dat ergens van weg rende en dus op geen enkele plek kon rusten. Ik vond geen rust. De adrenaline stroomde volop.
Ik wilde weg van datgene wat ik niet wilde… Mijn hoofd wist dat het niet kon maar mijn lijf maakte telkens de beweging. Totdat ik in de fase van de overgave en inzicht kwam. Onder andere het inzicht dat ik hierdoor alle mensen die mij lief hadden ook de kans ontnam om daadwerkelijk iets voor me te doen was zeer verhelderend en helend. En, er was nog iets anders. Schuld.