In mijn vorige blog schreef ik dat ook de natuur mij helpt om te kunnen omgaan met parkinson. Een aantal lezers hebben me gevraagd hoe ik dat beleef. Graag neem ik je eens mee op een stukje van een wandeling.
Ik loop al vroeg door het duingebied. Ontspannen, zonder doel, gewoon er zijn. Ik noem dat kuieren of slenteren. Even verderop kan ik het ruisen van de zee horen terwijl ik me tegelijkertijd concentreer op de geluiden van de vogels om me heen. Het is nog vroeg, de zon is net op en de mist verdwijnt door de warmte van de zon. Ik voel het ook aan mijn huid. Het wordt een warme dag. Het lijkt alsof de vogels speciaal voor mij hun ochtendconcert geven. Ik realiseer me dat ik hun geschenk met niemand hoef te delen. Mocht er verderop ook iemand lopen, ook dan fluiten de vogels exclusief voor mij en exclusief voor de andere persoon. De vogels roepen me wakker en wensen me plezier bij de dag die gaat komen. Het maakt me blij. De struiken wuiven hun takken in het briesje van de wind. De bladeren wiegen op hun beurt en samen lachen ze me toe. Zorgeloos, meebewegend, vrij en zonder verwachtingen staan ze gewoon te staan. Dag in dag uit. Ieder seizoen weer. “Wat leef ik toch in een prachtig stukje van de wereld”, realiseer ik me. Ik voel me bevoorrecht en dankbaar. Ik sta even stil en bewonder het vermogen van de struiken en de bomen om zich aan te passen aan de wisselingen van de seizoenen. Koude, warmte, droogte, regen, storm, windstilte… Iedere dag nieuwe en andere omstandigheden en geen boom of struik die zich daar druk over lijkt te maken. Vogels, struiken, bomen… ze leven allemaal in het moment en zijn niet bezig plannen aan het maken voor volgend jaar. Laat staan voor straks. Ze zijn volkomen in het nu. Hier, nergens anders.
Als ik het volgende pad neem sta ik oog in oog met een paar Schotse Hooglanders. Statige, stevige, vriendelijke dieren. Ze kijken niet naar me en ik voel dat ze heel goed weten dat ik er ben. Ze lijken zo vol van vertrouwen. Zorgeloos en ontspannen grazen ze verder. Zij maken zich geen zorgen of er voldoende voedsel zal zijn, of het een warme of koude winter zal worden, of het vanmiddag gaat onweren… Ze dwalen gewoon rond en nemen het leven zoals het is.
Ik realiseer me dat ik helemaal niet aan parkinson gedacht heb. Ik ben alleen maar bezig geweest met de indrukken die de natuur bij me achterlaat.
Ik mijmer en stel me de vraag welke les ik leer van de dingen die ik net heb gezien. Ik voel me dankbaar dat dit stukje natuur me omarmt. Door me te concentreren op dat wat ik zie, hoor en voel ben ik volledig in het hier en nu. Het maakt me rustig en blij tegelijk. Tevreden loop ik verder en ben benieuwd wat ik nog meer ga tegenkomen.