Al ver voor de diagnose was mijn persoonlijke missie ‘Mensen leren te leven in de polariteiten van het leven’. Ik werd daarin onder andere positief geïnspireerd door het boek ‘Een ongewoon gesprek met God’ van Neal Donald Walsh. In zijn dialoog met God beschrijft Walsh dat je leven onvolledig is als je alleen maar de mooie kant zou ontmoeten. Ik heb het boek met veel plezier gelezen en de denkbeelden van Walsh hebben me aangesproken.
Het lijkt een aspect van onze Westerse cultuur dat vooral de mooie kant van het leven belicht moet worden. Als de wereld toch maakbaar lijkt, laten we hem dan maar mooi maken. Natuurlijk steun ik van harte dat streven en met parkinson heb ik een klus te doen; de echte donkere kant van het leven te zien en te voelen. Natuurlijk heb ik die donkere kant wel eerder ontmoet. Mijn vader overleed, jaren daarna mijn moeder, mijn relatie is wel eens onder druk komen te staan, ik heb financiële krapte gekend en ga zo maar door.
Nu is het anders. Deze donkere kant sluipt met me mee en ik kan hem niet afschudden. Hij reist altijd met mij mee en ik voel hem de hele dag. Ook als ik er niet aan denk is het er toch. Ik word uitgedaagd iets dubbels te gaan doen in mijn mentale staat. Namelijk te kunnen genieten terwijl de andere kant er altijd is. Een zeer dunne lijn scheidt plezier en rouw. Ik weet dat ik een keuze heb hoe hiermee om te gaan. Ik moet opnieuw gaan ervaren en uitvinden hoe dat moet. Gelukkig, ik heb weer wat te doen.
Wil ik liever alleen maar naar de plezierige kant kijken? Ja natuurlijk. Wil ik graag weg van de donkere kant? Ja natuurlijk. Nu dwingt de realiteit me om te kunnen omgaan met beide zijden. Ik herinner mij het oude Chinese spreekwoord: ‘wie bittere vruchten eet, komt verder…’. Het Universum geeft me een uitdaging om zowel van de zoete als de bittere vruchten te gaan genieten. De bittere vrucht die parkinson heet zal me verder helpen. Waar… ik heb nog geen idee.