Een verhaal: Gisteren was ik in het bos. Op zoek naar drie bomen, drie bomen die ik gekend had. Een paar jaar geleden hadden ze alle drie een tak verloren. Ze waren daar alle drie op een andere manier mee omgegaan.
De eerste boom was gaan rouwen om zijn verlies en zei ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde te groeien: “Dat kan ik niet want ik mis een tak, ik ben onvolledig en zal nooit meer mooi kunnen worden”. De tweede boom was geschrokken van de pijn en had maar snel besloten om het verlies te vergeten. Het kostte hem veel energie om net te doen alsof hij het verlies niet voelde. De derde boom was ook geschrokken van de pijn en stond stil bij het verlies. Hij had intens gehuild en de pijn van het verlies gevoeld. Ieder seizoen had hij andere gevoelens over zijn verlies gehad en hij had ze telkens toegelaten.
En het eerste voorjaar dat de zon hem uitnodigde te groeien had hij gezegd: “Dit jaar niet”.
Maar de zon kwam het jaar daarop terug. Nu zei de boom: “Ja zon, verwarm mij zodat ik mijn wond kan verwarmen. Ziet u, mijn wond heeft warmte nodig, zodat hij weet dat hij erbij hoort”.
En het derde jaar dat de zon terug kwam, sprak de boom: “Ja zon, laat mij groeien, want er is nog zoveel te groeien”.
Na wat zoeken vond ik de drie bomen, of eigenlijk twee.
De eerste boom was klein gebleven. De plaats van de wond was duidelijk te zien, het was het hoogste punt van de boom. Hij was niet verder gegroeid.
De tweede boom was omgewaaid. De plek van de wond moest ik zoeken. Op de plaats van de afgebroken tak was hij gaan rotten.
De derde boom was het moeilijkst te vinden want ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk was geworden. Maar gelukkig kon ik hem herkennen aan de dichtgegroeide wond die vol trots in het zonlicht stond.