Ik ben een van die mensen die altijd een parkeerplaats heeft. Sterker nog; ik bestel hem terwijl ik naar de plek van bestemming rijd. Mijn geest concentreert zich en 10 tegen 1; ik krijg gelijk. Telkens als ik dit spelletje oefen lukt het me. Soms moet ik even zoeken, maar meestal verschijnt er vanuit het niets een plekje. Alsof het speciaal voor mij is vrijgehouden. Het plekje wacht als het ware op mij. Hoe meer ik dit doe, hoe meer ik de werking van positief denken ga begrijpen. Het werkt namelijk op dezelfde manier als negatief denken. Ook als ik me concentreer op ‘Oei, oei, oei, vandaag heb ik alle verkeerslichten tegen’ werkt het ook. Op die dag valt het me op hoeveel rode verkeerslichten me dwingen te stoppen.
Ook de dagen dat ik ‘aardige mensen’ bestel valt het me op hoeveel aardige en vriendelijke mensen mijn pad kruisen. En op die maandagen dat ik geen zin heb in gezeur en gemiep valt het me op dat ik (inderdaad) gezeur en gemiep tegenkom. Denk je wens!
Wensdenken is een bijzondere vorm van denken. Het is gebaseerd op een eenvoudig en interessant principe. Onze geest is namelijk voortdurend gericht op gelijk hebben. Hij blijft in zichzelf geloven als degene die gelijk heeft en krijgt en stuurt daardoor onze waarneming. We laten datgene weg waar we geen gelijk in hebben. Het bijzondere van dit principe is dat sommige mensen dus liever geen parkeerplaats vinden want dat geeft op het niveau van de geest een bevredigender gevoel dan wel een parkeerplaats vinden. Hoe raar dat ook klinkt. ‘Sorry’, zegt de geest. ‘Ik heb je helaas niet kunnen helpen. Hier is een vrije parkeerplaats voor je. Volgende keer beter.’
Ik besefte me dat ik iedere dag een keuze had in datgene wat ik wenste. Voor mijn geest maakte het niks uit wat ik wenste. Hij wilde toch gelijk krijgen en zou daarvoor alles in het werk gaan stellen. Mijn geest werkt altijd voor me, als een bediende die orders opvolgt.
Ik koos er voor ergens te beginnen en nog niet te weten waar dat toe zou leiden. Het zorgde in ieder geval voor richting en het idee dat ik tenminste iets deed. Ik gaf mijn geest de opdracht te geloven dat ik wegen zou vinden die tot genezing zouden leiden.
Ik voelde me voor de zoveelste keer weer een beginneling. Nieuwsgierig, geïnteresseerd, bereid om fouten te maken maar vooral bereid om te leren.
Ik hoopte op a small step for a man and a giant step for mankind…