Eerder heb ik Parkinson en het helingsproces omschreven als een reis. Toen de diagnose werd gesteld was de reis nog niet begonnen. De reis kon voor mij pas beginnen toen ik rond was met het feit dat ik Parkinson had. Ik had iets wat ik niet wilde hebben en daar had ik eerst nog wat mee te doen.
Na de mededeling van de arts rouwde ik en had het gevoel niet verder te komen. Ik reisde niet maar bleef stilstaan op één plek, namelijk die van de rouw en het lijden. De rouw heeft grote betekenis voor me gehad. De boosheid, frustratie en het verdriet de kans geven daadwerkelijk naar buiten te komen heeft me door de periode van rouw geholpen. En, natuurlijk was het voor mij ook een uitdaging deze gevoelens niet te projecteren op iets of iemand maar zuiver in het moment te ervaren. Over dit fenomeen -de projectie van emoties op objecten buiten jezelf- zal ik later nog eens iets schrijven. Het is voor mensen die lijden een wezenlijk fenomeen.
Ik kon de reis beginnen toen ik innerlijke balans gevonden had en zacht naar Parkinson kon kijken. Ik had daarin ook wat te doen met hoe mijn definitie van een reis was. Een reis had voor mij een doel en een planning. Ik reisde met een doel, startte ergens en ik ging steeds verder in de richting van het vooraf gezette doel. Maar, kun je Parkinson op die manier reizen? Wat als je de planning of je doel niet haalt? Hoeveel adrenaline moet je dan produceren?
Ik veranderde de reis ‘maken’ in de reis ‘aanvaarden’. Je start de reis en je laat je leiden door datgene wat je tegenkomt. Dat is meer het gevoel dat ik heb bij de Parkinson reis. Een reis vol overgave. Vol zachtheid en uiteraard vol vertrouwen dat de reis je zal brengen op een plaats die zinvol voor je is.