Tijdens de lunch op de maandelijkse parkinson QiGong-dag heeft Hans de Rijke zijn bijzondere verhaal met ons gedeeld. Ik heb Hans gevraagd om het op dit blog te mogen delen.
De belofte
“We komen om de 14 dagen bij elkaar. Ik zit aan het hoofd van de lange tafel met het grote, blauwe boek in mijn handen. Zes mensen, gezeten aan de lange kanten van de tafel, doen hetzelfde. Het valt me af en toe zwaar om de Cursus in Wonderen vast te houden. Sinds 5 jaar ben ik in het onvrijwillige gezelschap van meneer Parkinson en vooral de rechterkant van mijn lichaam voelt stijf en onhandig aan. Mijn rechterhand trilt zachtjes en dat wordt steeds meer wanneer er iets spannends gebeurt. Het is een zichtbare spanningsmeter.
Ik zoek in mijn linkerbroekzak mijn troost-steen. Hij is zwart. Ik heb hem jaren geleden tijdens een wandeling meegenomen. Sindsdien vergezelt hij me. Soms kwijt, dan weer gevonden. In de plooi van de stoel of onderin de wasmand. Die steen is verbonden met mijn trooster: de aartsengel Rafaël. Rafaël betekent immers: God geneest.
Jaren geleden, kort na de Parkinson-diagnose, heb ik in Venetië uren gezocht naar de Rafaëlkerk. Ik was die kerk tegengekomen in een prachtig boekje:”De engelen van Miss Garnett”. In dit kleinood heeft een Engelse communiste een ontmoeting in Venetië met een hedendaagse variant van de aartsengel Rafaël .
Ik was dat jaar in februari op wintersport in Noord-Italië. Het was maar drie uur rijden met de trein naar de stad van mijn dromen. Ik verwisselde die dag het witte bergdorpje voor een kolkende stad met uitbundig verklede mensen, kleurige maskers en overal muziek. Een paar dagen later zou het carnaval beginnen.
Nadat ik me een paar uur had laten onderdompelen in de sprookjessfeer liep ik door straatjes die smaller en rustiger werden. Ik wist dat ik de goede kant uitging, maar vinden kon ik het kerkje niet. Ik besloot het niet te vragen, maar wandelde op vermoeide voeten mijn neus achterna. Het vinden van het kleine kerkje voelde als het einde van een queeste. Op het Rafaëlplein stond de Rafaëlkerk. Helaas werd de kerk net verbouwd en kon ik alleen laverend tussen steigers en hekken slinks binnen komen. Nadat ik het stof van mijn kleren had geklopt keek ik om me heen en zag tot mijn tevredenheid geen andere mensen in de ruimte. Staande voor het altaar heb ik Rafaël beloofd om mijn trooststeen in deze kerk te offeren wanneer ik genezen zou zijn.
Maar wat is dat, genezen ? De afgelopen 5 jaar heb ik erover nagedacht.
Parkinson is een struikrover die je onverwachts overvalt. Hij neemt je energie, je levenszin en je soepelheid mee. Dan laat hij zich weken lang niet zien, totdat hij op een dag weer langskomt en je maandenlang niet meer loslaat. Het is een onvoorspelbaar proces. De boodschapperstof dopamine wordt steeds minder in de hersenen aangemaakt, waardoor spiergroepen en stemmingen worden aangepakt. Dat heeft gevolgen voor het lopen, het omdraaien in bed, voor het schrijven, slikken en voor alles wat door spieren wordt aangestuurd. Wat de stemming betreft heeft meneer Parkinson mij twee keer stevig onder water gehouden. Ik heb niet geweten dat depressiviteit zo zwaar kan wegen.
Na de eerste twee jaren leven met Parkinson werd het me duidelijk dat genezen voor mij niet is: de afwezigheid van ziekteverschijnselen. De sjamaan Alberto Villoldo opende mij de ogen voor het begrip heling: ”Je kunt geopereerd worden aan een blinde darm. Dan ben je wel genezen, maar niet geheeld. Je lichaam kan nog steeds onderdeel uitmaken van een ziek systeem. Heling vindt plaats op zielsniveau. Wanneer heling plaats vindt, kan soms lichamelijke genezing plaatsvinden, maar soms ook niet.”
De Duitse monnik Anselm Grűn vult hier op aan: ”Ziekte kan ons helpen onze eigen schaduwkanten onder ogen te zien. De ziekte laat ons zien wat we in ons leven hebben buiten gesloten. Door op die donkere plekken licht te laten schijnen, kunnen we die stukken accepteren en bij ons laten horen. We zijn dan heler.”
Al lang voor de diagnose was er bij mij een verlangen om de wereld te helen en om verbindingen aan te gaan met andere mensen.
Ik las geboeid het verhaal van een joodse vrouw die met getraumatiseerde bevolkingsgroepen rituelen ontwierp om beter om te kunnen gaan met pijn en verdriet van oorlog en onderdrukking. Zij leidde een project met deelnemers uit Rwanda, Bosnië en Armenië dat heette: ‘Democratie kan niet worden opgebouwd door handen van gebroken zielen’. Door de pijnlijke plekken te benoemen en daar tijdens een zelfbedacht ritueel bij stil te staan werd de pijn opgelost en kon het leven weer verder gaan.
Ondanks mijn betrokkenheid bij de wereld realiseerde ik me steeds meer, door mijn ziekte, dat mijzelf helen de belangrijkste stap was. Zoals iemand tegen mij zei:”Des te meer licht je uitstraalt, des te meer licht kun je op je omgeving laten schijnen”.
Ik werd enthousiast bij het lezen van de boeken van de Amerikaanse psychiater Jerry Jampolsky .Via twaalf principes gaf hij mogelijkheden om anders naar de wereld te kijken. Vooral het 2e principe sprak mij aan: ”Gezondheid is innerlijke vrede en genezen is angst laten varen”. Want pas de afgelopen jaren realiseerde ik me hoe bang ik mijn hele leven was geweest. Ik schreef in die tijd een gedicht over 20 dingen waar ik bang voor was. Bang voor het onweer, bang voor afwijzing ,bang om dood te gaan, bang voor het lijden, bang in een tunnel. De laatste regel luidde: “Alleen ik ben niet meer bang om bang te zijn”. Door mijn angsten te erkennen en er licht op te laten schijnen werden ze al minder.
Ik voelde niet alleen de echtheid van de woorden van Jampolsky. Hij gaf me ook allerlei praktische aanwijzingen die ik iedere dag kon oefenen. Zo observeerde ik dagenlang mijn gedrag en mijn gedachtes. Was het uitspreken van “terechte” kritiek op mijn collega verbindend of isolerend? Wil ik gelijk hebben of gelukkig zijn? Wilde ik op zondagmorgen dat die wandelaars van het fietspad afgingen of kon ik met een glimlach er omheen fietsen? Ik kon ook korte momenten contact maken met het bewustzijn dat ik geheeld was en dat het op die momenten onbelangrijk was of ik slecht of goed liep. Een verruimend inzicht door een andere bril op te zetten.
Al die tijd bestond bij mij de behoefte om mijn inzichten en ervaringen te delen met andere mensen die zich bezig houden met heling. Met plezier las ik bij Jampolsky over het ontstaan van Attitudinal Healing groepen. Het bezoeken van de Nederlandse website was de volgende stap. Sinds een jaar ben ik deelnemer aan een Attitudinal Healing groep en sinds een paar maanden laaf ik mezelf met een aantal andere mensen aan de bron zelf: De Cursus in Wonderen. Ik ervaar de plaats waar beide groepen samenkomen als een tempel waar ik een paar uur mag verblijven. Ik voel regelmatig dat ik boven mezelf wordt uitgetild. Het zijn vrijplaatsen waar ik een helende houding kan oefenen.
Mijn rechterhand trilt nog steeds, de steen zit nog steeds in mijn linkerbroekzak, maar …. hij haalt de kerk wel!”
Januari 2009, Hans de Rijke